Het is onterecht dat een trouwe dienst medaille en de vrijwilligersmedaille (als 'operationele' NatRes onderscheiding) op dezelfde manier worden behandeld, enkel omdat de criteria op elkaar lijken terwijl het oogmerk volgens het KB anders is. De vrijwilligersmedaille wordt toegekend als erkenning voor 'repressieve dienst' ten behoeve van 'openbare orde en veiligheid', een operationele specificering die niet terugkomt in het KB van de trouwe dienst medaille maar wél met andere soortgelijke woorden in het KB van de landmachtmedaille ('langdurige operationele dienst').
De criteria zijn inderdaad aangepast maar dat kiertje is een pure formaliteit aangezien reservisten zonder beroepsachtergrond nooit aan die eisen kunnen voldoen. De landmachtmedaille als operationele onderscheiding is dus niet bereikbaar voor de NatRes maar tegelijkertijd is de eigen operationele vrijwilligersmedaille afgeschaft met de argumentatie van een onderscheiding met een ander oogmerk.
Waardering voor je werk als militair, beroeps of reservist, zit toch vooral in de functie die je vervult en (voor mij) niet in een medaille.
Als je die argumentatie doortrekt, waarom dan nog eigenlijk een trouwe dienst medaille toekennen als de waardering toch niet in een medaille is te vatten maar in je functie?
Laatst gewijzigd door Janssen op 03 feb 2022, 14:23, 1 keer totaal gewijzigd.
... In al deze hoedanigheden vervulde hij zijn taak op een zorgzame en accurate wijze, zonder op de voorgrond te willen treden; bescheiden en onopvallend, maar goed. Dat is de ware dienstbaarheid, die niet zichzelf zoekt.
De vraag over de vrijwilligersmedaille voor reservisten leeft kennelijk nog breder, toevallig is er vandaag een gastcolumn over gepubliceerd in de Militaire Spectator. Het stuk is hier te lezen: https://www.militairespectator.nl/thema ... ijwilliger
Goede invalshoeken. Bijv. dat het een koninklijke onderscheiding betreft en daarom de minister zich er niet mee zou moeten bemoeien. Op de oorkonde staat ook 'verleent hierbij als blijk van waardering vanwege Zijne Majesteit de Koning de vrijwilligersmedaille openbare orde en veiligheid'
En bij het Rode Kruis en de brandweer krijgt men wel zowel de trouwe dienstmedaille als de vrijwilligersmedaille.
In der Beschränkung zeigt sich erst der Meister - Goethe
Nog een argument:
'De Vrijwilligersmedaille Openbare Orde en Veiligheid laat zich nog het meest vergelijken met de Landmachtmedaille die je ontvang na een bepaalde periode ‘paraat’ (repressief) werkzaam te zijn geweest. De gemiddelde natresmilitair kwalificeert zich hier echter niet voor, vanwege de achterliggende regelgeving. De Landmachtmedaille wordt wél naast de TDM / Officierskruis uitgereikt.'
Wellicht heeft de auteur van het column zich laten inspireren door dit forum? Het valt dus op dat er best wat argumenten zijn om de Vrijwilligersmedaille te handhaven onder de oude regeling (dan wel iets breder te trekken tot reservisten in het algemeen) dan de minister qua argumenten liet blijken in haar antwoorden waarom de toekenning van de medaille zou moeten worden afgeschaft.
... In al deze hoedanigheden vervulde hij zijn taak op een zorgzame en accurate wijze, zonder op de voorgrond te willen treden; bescheiden en onopvallend, maar goed. Dat is de ware dienstbaarheid, die niet zichzelf zoekt.
Er is een motie aangenomen (101 voor, 49 tegen, tegenstemmers waren VVD, FVD, BIJ1, SP) om reservisten weer voor te dragen voor de Vrijwilligersmedaille Openbare Orde en Veiligheid.
Hieronder de relevante delen van het verslag van het Kamerdebat:
Boswijk (CDA):
Voorzitter. Het volgende valt in diezelfde categorie van waardering, maar ditmaal gaat het om de reservisten. De rol van de reservist wordt in de toekomst alleen maar groter en ook veel belangrijker, zeker in het weerbaarder maken van onze samenleving. Waardering komt echter niet alleen door geld. Sterker nog, het salaris van veel reservisten is een stuk lager dan bij een civiele baan. Voor burgers is erkenning in de vorm van een onderscheiding misschien een stukje stof met blik, maar voor militairen is het onderdeel van hun identiteit. Tot tien jaar geleden kregen reservisten de Vrijwilligersmedaille Openbare Orde en Veiligheid. Defensie is gestopt met deze aan te vragen voor reservisten en dat ligt erg gevoelig. Hoe kijkt de minister naar het opnieuw aanvragen van deze toekenning voor reservisten?
----
Staatssecretaris:
Dan ben ik bij de reservisten. De heer Boswijk vroeg naar het opnieuw uitgeven van de vrijwilligersmedaille. De kern van de zaak is dat reservisten geen vrijwilligers zijn. Zij zijn in dienst bij ons. Zij zijn weliswaar geen fulltime militair, maar zij zijn wél militair. We zouden volgens mij het volgende moeten doen. Voor reservisten geldt het onderscheidingsteken voor langdurige en trouwe dienst. Dat kan wel. Uw oproep was: misschien moeten we kijken of we in termen van waardering voor de reservisten nog een been bij kunnen trekken ten opzichte van de fulltime militairen. Ik zeg u toe dat we daarnaar gaan kijken. Alleen, ik vind de vrijwilligersmedaille daar niet bij passen. Reservisten zijn namelijk gewoon in dienst bij ons. Zij krijgen daar ook een vergoeding voor
----
Kuzu (DENK):
En dan de laatste alweer.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat operationele commando's medailles toebedelen aan militairen met uitstekende verdiensten;
constaterende dat niet alle operationele commando's even welwillend zijn om deze medailles ook aan reservisten te geven;
constaterende dat reservisten een kleine bijdrage ontvangen voor hun werkzaamheden bij Defensie;
constaterende dat erkenning voor de inzet van reservisten ook tot uitdrukking komt in decoraties;
verzoekt de regering te bezien of Defensie guller om kan gaan met het toebedelen van medailles;
verzoekt de regering zich tevens hard te maken bij Defensie voor meer welwillendheid bij het uitreiken van medailles voor reservisten bij de operationele commando's,
en gaat over tot de orde van de dag.
----
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Kuzu en Boswijk.
Zij krijgt nr. 45 (36200-X)..
----
Staatssecretaris over de motie:
De motie op stuk nr. 45 gaat over de medailles, ook wel "onderscheidingen" genoemd. De motie krijgt absoluut oordeel Kamer, maar wel onder verwijzing naar het gesprek. Ik zie hier "kleine bijdrage" staan. Ik krijg daar bijna strooigoedachtige gevoelens bij. Het gaat hier echt om onderscheidingen. Ik refereer echt even aan het gesprek dat wij daarover hebben gehad. Het zijn militairen, deeltijdmilitairen. De oproep is hier om te kijken of wij niet iets meer in de pas moeten lopen ten aanzien van onderscheidingen. Dat gaan we doen met deze motie. De motie krijgt oordeel Kamer.
----
De voorzitter:
De heer Kuzu is er niet, maar de tweede indiener, de heer Boswijk, is er wel. Die knikt. De motie op stuk nr. 45 krijgt oordeel Kamer, met die lezing.
----
In stemming komt de motie-Kuzu/Boswijk (36200-X, nr. 45).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, BBB, JA21, de PVV en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.
Interessante motie, al gaat die mijns inziens niet over het (weer) toekennen van de ‘Vrijwilligersmedaille.’ Het gaat om een verzoek om “meer welwillendheid bij het uitreiken van medailles voor reservisten bij de operationele commando’s”, in het bijzonder wegens “uitstekende verdiensten”. Zowel de Vrijwilligersmedaille, de Vrijwilligersmedaille Openbare Orde en Veiligheid, het onderscheidingsteken voor langdurige, eerlijke en trouw dienst, als het ‘officierskruis’ zijn onderscheidingen voor langdurige dienst; niet voor het belonen van “uitstekende verdiensten”. Laat zich raden waar Kuzu en Boswijk op doelen? Vraagt de Kamer om het toekennen aan vrijwilligers van een niet-bestaande onderscheiding? Of misschien het Ereteken voor Verdienste?
Rogier schreef: ↑29 nov 2022, 19:33
Interessante motie, al gaat die mijns inziens niet over het (weer) toekennen van de ‘Vrijwilligersmedaille.’ Het gaat om een verzoek om “meer welwillendheid bij het uitreiken van medailles voor reservisten bij de operationele commando’s”, in het bijzonder wegens “uitstekende verdiensten”. Zowel de Vrijwilligersmedaille, de Vrijwilligersmedaille Openbare Orde en Veiligheid, het onderscheidingsteken voor langdurige, eerlijke en trouw dienst, als het ‘officierskruis’ zijn onderscheidingen voor langdurige dienst; niet voor het belonen van “uitstekende verdiensten”. Laat zich raden waar Kuzu en Boswijk op doelen? Vraagt de Kamer om het toekennen aan vrijwilligers van een niet-bestaande onderscheiding? Of misschien het Ereteken voor Verdienste?
Ik las zelf ook eerst de motie, waarna ik moest denken aan de medailles van de verschillende krijgsmachtdelen - Marinemedaille, Landmachtmedaille, Luchtmachtmedaille, Marechausseemedaille ("KMD-medailles") - omdat er stond "reservisten bij de operationele commando's". Daarna ben ik het verslag van het Kamerdebat gaan teruglezen, en kwam ik tot de ontdekking dat Kamerlid Boswijk vooral sprak over de Vrijwilligersmedaille Openbare Orde en Veiligheid. Wat het nu specifiek gaat inhouden weet ik niet, maar er is wel politieke druk om iets te doen met reservisten en decoreren.
Wat betreft de argumenten van de Staatssecretaris vind ik het niet sterk, en het lijkt bovendien op het herkauwen van eerder gegeven argumenten van zijn voorganger(s).
Voor wat betreft het Officierskruis en Trouwe Dienstmedaille komt de reservist nu op dezelfde manier in aanmerking als een beroepscollega; daar lijkt dus niet op te worden gedoeld. Bovendien zijn er geen beperkingen voor een uitzonderlijk verdienstelijke reservist om het Ereteken van Verdienste te ontvangen; dus daar lijkt de motie ook niet op te doelen.
De Staatssecretaris heeft gereageerd op de motie Kuzu/Boswijk aangaande reservisten en onderscheidingen. In de zeven pagina tellende Kamerbrief wordt er over onderscheidingen gezegd (houd u vast!): "Als reservisten vaker operationele taken vervullen, komen zij eerder in
aanmerking voor onderscheidingen. Hiermee geef ik invulling aan de motie van de leden Kuzu en Boswijk."
Dat is zo vaag geformuleerd dat het nog maar te bezien valt wat voor een effect dat heeft op het decoratiebeleid voor reservisten. Tevens is niet duidelijk of hiermee de KMD-medailles worden bedoeld, of de Vrijwilligersmedaille.
Was eigenlijk wel te verwachten. De motie-Kuzu/Boswijk was dermate vaag en open geformuleerd dat het neer komt op een inspanningsverplichting en niet een resultaatsverplichting waardoor het ministerie na een onderzoekje gewoon op dezelfde weg doorgaat zoals het nu al 10+ jaar gaat. Als de Kamerleden Kuzu en Boswijk nou concreet hadden opgeroepen om bijvoorbeeld de Vrijwilligersmedaille (weer) uit te reiken aan alle reservisten zoals het artikel van de Militaire Spectator betoogd of een andere onderscheiding om de inzet van reservisten zichtbaar te waarderen (a la objectief meetbaar zoals de Médaille des réservistes volontaires de défense et de sécurité intérieure) dan had de Staatssecretaris er niet om heen gekund. De motie ten spijt wordt dus onveranderd aan reservisten een vette worst voorgehouden in de vorm van een krijgsmachtdeel medaille die voor reservisten praktisch onhaalbaar is, in plaats van een enigszins haalbare onderscheiding voor reservisten inzet (of binnenlandse inzet waar vaak reservisten voor worden ingezet). De Kamerbrief toont weer eens aan dat er nog veel werk aan de winkel is met betrekking tot waardering en erkenning van reservisten.
... In al deze hoedanigheden vervulde hij zijn taak op een zorgzame en accurate wijze, zonder op de voorgrond te willen treden; bescheiden en onopvallend, maar goed. Dat is de ware dienstbaarheid, die niet zichzelf zoekt.
Naast Defensie neemt nu ook de Nederlandse Politie afscheid van de Vrijwilligersmedaile voor politievrijwilligers (zij krijgen hiervoor in de plaats de Medaille voor Trouwe en Langdurige Dienst van de Nederlandse Politie)
Bron: https://www.lopv.nl/nieuwe-medaille-en- ... jwilliger/
Het valt dus op dat er best wat argumenten zijn om de Vrijwilligersmedaille te handhaven onder de oude regeling (dan wel iets breder te trekken tot reservisten in het algemeen) dan de minister qua argumenten liet blijken in haar antwoorden waarom de toekenning van de medaille zou moeten worden afgeschaft.